vrijdag 20 mei 2011

De blobflop

Het gebouw bestaat niet en zal misschien zelfs nooit gebouwd worden, maar het heeft al wel het leven van zijn architect gekost. De ontwikkelingen omtrent het al dan niet realiseren van het baanbrekende ontwerp voor een nieuwe Nationale bibliotheek tart dan ook elke beschrijving. Toen Jan Kaplický (1937-2009) in 2007 de prijsvraag won voor de nieuwbouw van de Nationale bibliotheek werd tevens besloten om zijn ontwerp daadwerkelijk te gaan bouwen. Het gebouw, dat al snel naam Chobotnice ofwel de Octopus kreeg, zou in 2012 geopend worden, maar toen ging het mis.

Het gewaagde ontwerp was velen te gewaagd omdat het futuristisch was. Het bureau van Kaplický heette Future Systems en het ontwerp heeft ook wel iets van een octopus. Zoiets bestond nog niet in Praag en dat moest gezien de protesten maar zo blijven. Het struikelblok was niet zozeer het ontwerp zelf, maar de plaats waar het moest komen: op een heuvel tegenover de Praagse burcht, vlakbij het Spartastadion. De Nationale bibliotheek zou hoger worden dan de Vituskathedraal op het burchtterrein en omdat het qua vorm en kleur sterk afweek zou het deze historische omgeving teveel gaan domineren, zo vreesden president Václav Klaus en zijn slipdragers. Dit was een nieuw argument in Praag, bij veel nieuwbouw was het nooit te horen geweest. Kaplický, toen al 70 jaar, paste hier en daar zijn ontwerp aan door er een andere kleur aan te geven en door het te verkleinen, hij dacht zelfs mee over een locatie waar zijn ‘blob’ niet al te veel aanstoot zou geven. Maar met venijnige tegenstanders als president Klaus en de door hem opgehitste burgemeester Pavel Bém was het slecht kersen eten.
Iedereen wist het: die Nationale bibliotheek van Jan Kapický gaat er nooit komen. Van Kaplický zou het in Praag bij het wit gestucte rechthoekige villaatje (1966-1968) blijven, nota bene gerealiseerd tijdens de communistische periode. Het staat op de heuvel in de straat Na Dobešce 1 in de wijk Braník. Het Woonhuis met atelier F. Dvořák is een functionalistisch en
vrijstaand villaatje met een curieuze entree; via de tuin komt men met een steile metalen trap op de verdieping waar de woonkamer en keuken zijn. Op de zelfde verdieping zijn nog twee slaapkamers voor de kinderen. Tussen de keuken en de woonkamer schoof Kaplický een multifunctionele scheidingswand met aan de ene kant een boekenkast met spiegel en aan de andere kant het keukenblok met een door de spiegel verborgen provisiekast.
Een verdieping hoger is de slaapkamer van het echtpaar Dvořák, naast het atelier met de ketelruimte. Het platte dak bestaat uit stalen dragers waarop zinken platen gelegd zijn. Toen Kaplický van de villa vanwege zijn vertrek naar Engeland afscheid kwam nemen, was het nog niet klaar. In 1968 vertrok hij naar Engeland waar hij en E. Jiřičná werden opgenomen in het team van Renzo Piano en Richard Rogers. Ze werkten mee aan het ontwerp van het Centre Pompidou in Parijs. Later zette hij zijn architectenbureau Future Systems op.

Op een koude avond in januari stierf de architect aan een hartaanval op straat, enkele uren na de geboorte van zijn dochter. Hij stierf niet eens zo gek ver van de plaats waar zijn bibliotheek had moeten komen. Zoals het zo vaak gaat, betekende de dood van de internationaal gewaardeerde architect in eigen land een omwenteling in de appreciatie van zijn werk. Er ontstond luide en stille diplomatie. Zeker toen een stadje in het zuiden van Tsjechië, České Budĕjovice, het wel aandurfde een ontwerp van Kaplický te realiseren, een concertzaal wat nu al in de volksmond de Rog heet. Praag kon dan ook niet achterblijven en inmiddels had burgemeester Bém zich door verschillende corruptieschandalen en door zijn strijd tegen het ontwerp van de bibliotheek zo onmogelijk gemaakt dat zijn eigen partij, de ODS, er alles aan deed om van hem af te komen. Nu de top van ODS gezuiverd is en de ODS de gemeenteraadsverkiezingen stevig heeft verloren, blijkt de bouw van de bibliotheek toch bespreekbaar, al blijft de locatie natuurlijk onderwerp van discussie. Even is de mogelijkheid besproken om de Octopus op de plaats waar het standbeeld van Stalin gestaan heeft te bouwen. Een geweldige oplossing voor een locatie waarmee men al jaren niet weet wat er mee te doen. Maar vooral zou de Octopus er prachtig in het zicht staan.

De locatie komt tegemoet aan de wensen van het stadsbestuur. Men heeft ontdekt dat het de toeristenstroom ontbreekt aan goede hedendaagse architectuur. Daar is wel belangstelling voor maar er is geen architectuur van belang die de interesse kan bevredigen. Het enige wat een gestage stroom publiek trekt is het Dansende huis (1992-1996) aan Rašín-kade, het opvallendste gebouw van het postcommunistische tijdvak.
Aan het einde van de jaren tachtig was de uit Joegoslavië afkomstige Vlado Milunić al bezig met een ontwerp waarin een hoektoren centraal zou staan. Door een Amerikaans bombardement waren de panden op de hoek onherstelbaar beschadigd. Toen begin jaren negentig het grondstuk aangekocht werd door verzekeringsmaatschappij Nationale Nederlanden kreeg Milunić versterking van de Amerikaanse architect Frank O. Gehry. Het is onduidelijk wie van de twee architecten van doorslaggevend belang voor het uiteindelijke ontwerp was. Het op betonnen pijlers geplaatste hoekpand heeft twee torens, waarvan de rechter een golvende gesloten gevel heeft en de linker een aan de boven- en onderzijde uitkragende vliesgevel. Hoewel het pand afwijkt van de bestaande bebouwing zijn er toch pogingen ondernomen om het op zijn omgeving te laten aansluiten. Het interieur is overigens van de gevierde en eerder genoemde Eva Jiričná.

De publieke belangstelling voor het niet echt geslaagde Dansende huis kan ik bevestigen, ik woon er vlakbij en als ik naar de Tesco ga, moet ik me vaak tussen de horde fotograferende mensen door een weg banen. Bovendien heb ik vele uren op het grasveldje naast het Dansende huis met mijn hondje Dáša doorgebracht, toen ze nog leefde. De Octopus moet er komen, al was het alleen al om architectonische redenen. Het is een ontwerp dat het resultaat is van een jarenlange ontwikkeling van een bedachtzame architect. Hoewel het een icoon moet worden, is het niet uit aanstellerij, als circusnummer gedacht en daaraan is zonder meer wereldwijd een groot tekort.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten